Hoe zijn we hier gekomen?
We rijden Arcos de la Frontera binnen en parkeren NO-MAD op het parkeerterrein aan de Avenida Duque de Arcos. Eigenlijk wilden we vanuit Ronda stoppen in Montecorto en overnachten in Zahara de la Sierra. We zien uit de verte dat Montecorto véél te steil is voor ons. We hebben tevoren al gezien dat er niet echt een parking is. Dat is vragen om trubbels. Jammer, want het ziet er pittoresk uit. Door dus naar Zahara de la Sierra. Ook steil en bovenop een rots, maar daar hebben we tevoren een plek gezien waar we mogelijk kunnen staan.
Steil
Steil is het zeker en onze navi stuurt ons kennelijk via de kortste, maar niet de breedste route Zahara in. De (zeer) steile straat die ons naar het parkeerterrein moet leiden blijkt afgesloten. Een andere route naar de parking van onze keuze lijkt er niet te zijn zonder dat we in de problemen komen. We rijden door naar de P-plaats bij Mirador Zahara de la Sierra. We kunnen hier staan, maar dat betekent een nog veel grotere klim naar boven om de stad te kunnen bezoeken. En klimmen hebben we genoeg gedaan de laatste dagen. Daarom gaan we door naar Arcos de la Frontera.
Ligging
Arcos is en pittoresk dorpje in de provincie Cádiz dat deel uitmaakt van de zogenaamde ‘witte dorpjes’, hoewel lang niet alle huizen wit zijn gekalkt. Het ligt op een hoge rots met uitzicht over de Guadalete rivier, die zich als het ware om Arcos heen vouwt.
Geschiedenis
Oorspronkelijk werd Arcos bewoond door Feniciërs, waarna het een Romeinse nederzetting met de naam ‘Arx-Arcis’ wordt. In de Moorse tijd heet het Ar Kosh’. Tijdens de Reconquista, de christelijke herovering van Spanje, wordt de stad in 1264 veroverd door Alfons ‘de Wijze’ die de naam verandert in Arcos.
In die periode ligt Arcos de la Frontera op de grens tussen de Moren en de christenen, vandaar de naam ‘de la Frontera’ die we natuurlijk ook kennen van Jerez en andere ‘grens’ steden in die omgeving. Dat zie je dan weer terug in de architectuur, bij voorbeeld in het 11e eeuwse kasteel van Arcos. Tot de 18e eeuw heerst de familie ‘Ponce de Leon‘ er en tussen 1810-1812 verweert de stad zich tegen de Franse bezetting. Ze hebben wat meegemaakt, hier….
CP
Camperplaats is een groot woord. Het is eigenlijk een mixparking. Maar het is een OK plekje, want je kunt doorrijden tot je langs het voet/fietspad Caille Antonio y Carlos Murciano staat, met uitzicht op het dal van de Guadalete èn op de heuvel waarop het kasteel goed te zien is..
De oude stad in
Dat zelfde voet/fietspad loopt door in een voet/fietsbrug vanwaar je via een trap of een schuine weg naar boven moet wandelen. We lopen door de Caille Corredera waar het ‘gezellig druk’ is in tegenstelling tot andere plaatsen waar het soms gewoon uitgestorven lijkt. We lopen langs het Monumento a la Semana Santa: drie mannen met pijen aan en zakken met gaten over het hoofd. De voorste draagt een kruis. Een vergelijking met de Ku-Klux-Klan is gauw gemaakt, maar onterecht en in plaats van toortsen dragen ze lantaarns ;). Even verder passeren we de Iglesia de San Juan de Dios. De Caille Corredera brengt ons naar het ‘Casco Viejo’ oftewel de oude binnenstad. We lopen langs de Arco de la Questa de Belén (links) en vinden het bureau voor toerisme een stukje verder aan de rechterkant.
Van daaruit lopen we aan de hand van de kaart die we bij de VVV gehaald hebben langs het Palacio Conde del Águila met een fraai laatgotisch -mudejar gevel. We lopen door via de Calle Nueva en lezen in de informatie, dat op deze plek vroeger de slotgracht liep van het Castillo Ducal de Arcos de la Frontera. Bijzonder: een slotgracht bovenop een rots… Deze straat komt uit op het Plaza del Cabildo. Het plein wordt op dat moment opnieuw ingericht en is vrijwel geheel afgezet. Dat is jammer, want de boog die aan dit plein staat (het Balcón de Arcos) biedt vast en zeker een leuk doorkijkje dat een mooi fotomomentje had kunnen opleveren.
Basilica
Aan ditzelfde plein ligt ook de enorme 16e-eeuwse Basilica Menor de Santa Maria de la Asunción. De kerk is gebouwd op resten van een Visigotische tempel en een 13e-eeuwse moskee.
We kopen een kaartje voor de kerk èn de toren. Die paar euro breken de bank niet en dragen natuurlijk bij aan de restauratie. Beide blijken de moeite waard. De kerk heeft een entree van plateresco-gotiek en de zijde die naar de Plaza del Cabildo gericht is, is renaissancistisch. De kerk is door de eeuwen heen verbouwd en in de 16e eeuw kreeg hij de laatgotische elementen.
Qua interieur is met name het retabel spectaculair te noemen.
De barok versierde klokkentoren is nooit voltooid en moest worden gerestaureerd na de Lissabon-aardbeving van 1755. Het is even een klim, maar de huidige functie van de kerk (museum) loopt hier gewoon door. Het klokmechanisme is open gewerkt en ook de aandrijving van de wijzerplaat is zichtbaar. Neem vooral oordopjes mee als je hier naar boven gaat. Er wordt gewaarschuwd dat de klok ieder kwartier geluid wordt. Dit kan ook een grapje zijn van de kaartjesmevrouw. Wij hebben hem in ieder geval niet gehoord toen we van het spectaculaire uitzicht genoten!
Palacio del Mayorazgo
We gaan verder via het 17e-eeuwse Palacio del Mayorazgo dat een prachtige voorgevel in Herrero-stijl heeft. De Andalusische tuin is mooi, maar het paleis zelf blijkt binnen een juweeltje. Het is een gemeentelijk kantoortje met een aantal permanente kunst tentoonstellingen en een compleet ingerichte antieke drukkerij. Allemaal gratis toegankelijk. Vergeet dit pareltje absoluut niet te bezoeken!
En… door!
We lopen verder omhoog op de rots en komen langs een kleine open deur waar veel drukte heerst. Dit blijkt ‘Belén artistico El Camborio’ te zijn. Belén is Spaans voor ‘Betlehem’. Het is een permanente tentoonstelling van het kerstverhaal in miniatuurvorm. Goed gedaan, maar we hebben mooier gezien, bij voorbeeld een met bewegende beeldjes in Roquetas de Mar. We vragen de suppoost hoe dit alles tot stand gekomen is. Er wordt al 20 jaar continue aan gewerkt. Ze vertelt ons dat – vanwege ruimtegebrek- de ‘doorkijkjes’ gemaakt zijn aan de achterzijde van het decor en je ziet het doorkijkje dus via een spiegel. Slim!
We lopen verder en komen bij het nauwste deel van de rots, waar een aantal miradors uitzicht geven op de lus van de Guadalete waar deze aan beide zijden langs de rots (en er omheen) loopt, het Arcos reservoir in.
Terug gaan we via de nauwe straatjes aan de andere kant van het stadje, de juderia (oude joodse wijk) o.a. via de Calle Martín Montero, Plaza del Cananeo en de Calle Cuna (de ‘wieg’straat, vernoemd naar het vondelingentehuis dat er vroeger stond).
We komen ook nog langs het Convento de la Encarnación via de Callejon de las Monjas (het nonnensteegje) waar de steunberen over de straat heen lopen.
Terwijl we rustig terug lopen naar de camper zijn we blij dat de straten eindelijk weer omlaag lopen 😊.
Volgende etappe: El Puerto de Santa Maria


Als je iets aan onze informatie gehad, zouden we het zéér waarderen als je dat wilt vermelden op je site of social media (liefst natuurlijk met een link naar deze pagina:)
Als je je abonneert, krijg je per email bericht van nieuwe posts en je dingt automatisch mee als we winacties kunnen organiseren. Kost je niets en levert misschien nog wat op :). En het mes snijdt aan twee kanten: door je te abonneren hebben wij een sterkere positie om acties te organiseren.
Heb je zelf een blog en wil je links uitruilen? Laat het ons weten!