Vanuit El Puerto de Santa Maria is het een kippeneindje naar Sanlúcar de Barrameda. We nemen residentie op Camperpark Sanlúcar, zo’n beetje midden tussen Sanlúcar en Chipiona in want dat is wel zo prettig in verband met de fietsafstand.
Daarnaast ligt de CP dicht bij de zee, zodat je na een korte wandeling kunt pootjebaden en leuke foto’s kunt maken van al dan niet vervallen gebouwen en het strandleven.
Sanlúcar de Barrameda
Stad
Dit havenstadje heeft veel te bieden. Het ligt in het estuarium van de Guadalquivir. Aan de overkant van de rivier ligt het nationale natuurpark Doñana, dat je met een pontje kan bezoeken. Ook gastronomisch kom je ruim aan je trekken (mede door de ligging aan zee en de rivier). Veel van de spijzen (vooral schaal- en schelpdieren) hebben de Manzanilla wijn als ingrediënt. Manzanilla is een lichte droge Sherrysoort die uitsluitend in Sanlúcar de Barrameda wordt geproduceerd. De zeelucht geeft een aparte smaak aan de sherry.
In de Barrio Alto (de bovenstad) bevinden zich de meeste interessante bezienswaardigheden, waaronder de bodega’s van de grote wijnhuizen. De meeste bodega’s hebben ook een proeflokaal, zoals Barbadillo: het grootste sherry bedrijf van de stad. In de derde week van mei is er een levendige beurs gewijd aan de Manzanilla, die meerdere dagen duurt.
In de voormalige haven en visserswijk – de Bajo de Guía – bevinden zich enkele van de beste visrestaurants.
De stranden van Sanlúcar de Barrameda zijn prachtig en strekken zich uit van de Guadalquivir tot aan de golf van Cádiz (Atlantische oceaan). De getijden maken de oevers extra interessant door alle vogels die op de voedselrijkdom af komen.
Geschiedenis
Oorsprong
Het gebied is al sinds de prehistorie bewoond. De stad dateert uit de Romeinse tijd. Later bouwden de Moren er een fort. Na de herovering door de katholieken werd Sanlúcar de Barrameda onderdeel van het koninkrijk Sevilla waarna het uitgroeide tot een bloeiende havenstad. In 1833 werd het onderdeel van de provincie Cádiz. In de 19e eeuw was de economie voornamelijk gebaseerd op de wijnbouw en het toerisme.
Volgens de legende is de oorsprong van de naam Sanlúcar verbonden met een pre-Romeins heiligdom, bezocht door aanbidders van de morgenster (lucero de la mañana). Mogelijk zou de naam afkomstig kunnen zijn van het Latijnse Solis Lucus, wat ‘bos’ betekent. Anderen denken dat het een verwijzing is naar Sint-Lucas, maar het zou ook afgeleid zijn van het Arabische Thaluq (oostenwind) en later Solucar en Bar Almard (bewegende oevers) wat natuurlijk een verwijzing is naar de zandbanken in de Guadalquivir. Dat laatste lijkt ons het meest aannemelijk.
De haven
De haven heeft eenzelfde soort geschiedenis meegemaakt als die van Cádiz en El Puerto. Cristóbal Colón (Columbus) en Fernão Magalhães (Magellaan), de Solís en de Narváez vertrokken van hier voor hun ontdekkingsreizen. Handel en commercie deden de rest. Ook landbouw, visserij en toerisme maakten het stadje groter.
De geschiedenis is ruim af te lezen aan de vele monumenten die de stad rijk is.
In de periode dat de stad onder de controle stond van de hertog van Medina Sidonia (1297-1645) onderging het een periode van grootsheid. Belangrijkste gebouwen werden opgetrokken: de bouw van de graanschuur, de graanbeurs en het contractgebouw. Halverwege de 17e eeuw begon een periode van verval toen, na een mislukte poging van de hertog van Medina Sidonia om zichzelf tot koning van Andalusië uit te roepen, de stad onder controle van de Kroon viel.
De heropleving kwam in de 18e eeuw. In 1786 werd een vereniging van “vrienden van het land” opgericht, die een belangrijke hoedenindustrie creëerde, met export voornamelijk naar Amerika. Van de 18e eeuw tot het midden van de 19e eeuw was het een onafhankelijke maritieme provincie.
Cultuur
Sinds 1845 worden ieder jaar in augustus spectaculaire paardenraces gehouden. Naar verluid zijn dit de oudste paardenrennen van Europa en er doen zelfs deelnemers uit andere landen mee. Er wordt geracet op het strand aan de monding van de Guadalquivir. Deze races zijn uitermate populair, wat af te lezen is aan de megabedragen die te winnen zijn met het gokken op de paarden.
Chipiona
Zes kilometer vanaf de camperplaats ligt Chipiona, dat grotendeels via een fietspad te bereiken is. Chipiona heeft een volledig andere vibe als Sanlucar de Barrameda. Het ligt aan de monding van de Guadalquivir, omgeven door slikken en duinen. De stranden zijn prima, en de economie drijft op toerisme en visserij.
Romeinen
In de Romeinse tijd bouwt men hier Caeponis Turri, een soort van vuurtoren die op deze plek gestaan zou hebben rond de 2e eeuw voor Christus. De vuurtoren moet ervoor zorgen dat schepen die de Guadalquivir op willen varen niet op de kust lopen.
Er zijn ook resten gevonden van een Romeinse villa. De Romeinen verscheepten in die tijd producten uit deze naar andere delen in het Romeinse rijk. Hierbij ging het om producten als zout, vis, delfstoffen, groenten, olijfolie en dergelijke. De huidige vuurtoren is gebouwd tussen 1863 en 1867 en zou met zijn 69 meter de hoogste van Spanje zijn, de derde van Europa en de vijfde van de wereld.
Visigoten en Moren
Na de Romeinen kwamen de Visigoten die veel vernietigden, waardoor het enkele eeuwen duurde voordat op deze plek weer mensen gingen wonen. Het is onduidelijk of in de Moorse tijd hier bewoning is geweest. Er heeft op de plek van het huidige kasteel wel een moskee gestaan en heette het Chepiona. Bewoning in die tijd is dus wel aannemelijk.
Katholieken
Vanaf dat Ferdinand III in 1251 deze plek herovert op de Moren is Chipiona een onderdeel van het landgoed van Alonso Perez de Guzman.
In de 14e eeuw komt het onder de controle van het Huis van Arcos. Het huidige kasteel van Chipiona stamt uit 1295 en in 1297 zouden er mensen uit de wijde omtrek (waaronder uit Arcos) hiernaartoe zijn verhuisd. In 1492 heet de stad Rega de Santa Maria en zou deze maar 100 inwoners geteld hebben. Pas in de tijd dat Engelse en Hollandse kapers de kusten plunderden komt de naam Chipiona weer op duiken.
In 1794 vernielt de Lissabon aardbeving de kerk uit 1578, waarna men deze in de huidige vorm herbouwt.
Toerisme
In de 19e eeuw komen rijke Andalusiërs hun zomers hier doorbrengen, het begin van het huidige toerisme. De belangrijkste trekpleisters van Chipiona zijn het kasteel, de vuurtoren en het Santuario de Nuestra Señora de Regla, die dicht bij elkaar liggen.
Corrales
Naast het vissen met boten kent Chipiona nog een andere manier van visvangst: de Corrales. Dit zijn stenen muren die in zee zijn gebouwd. Bij hoog water zwemmen hier vissen die bij laag water worden in gesloten binnen de muren. Ze zijn zo makkelijk op te scheppen. Wie deze vistechniek hier heeft geïntroduceerd is niet duidelijk. Mogelijk stammen de Corrales nog uit de Romeinse tijd. Een mooie ‘bijvangst’ is, dat het zeeleven en de vogelstand welig tieren op deze strekdammen, dus ook voor de eco-toerist is hier voldoende te zien.
Volgende etappe: Sevilla
Heb je iets aan onze informatie gehad?
Dan zouden we het zéér waarderen als je dat wilt vermelden op je site of social media (liefst natuurlijk met een link naar deze pagina:)
Wil je weten wie wij zijn en wat we doen? Lees dan Over ons. We waarderen het enorm als je je abonneert. Kost niets, je krijgt bericht van nieuwe posts en je dingt automatisch mee als we winacties kunnen organiseren.
